‘Dat ben jij toch’ Vier sterren in de Volkskrant.

 Dat ben jij toch

Vier sterren in de Volkskrant.

Sterke bespreking in Trouw.

 

‘In subtiele regels die blijven fascineren roept Loontjens het sociale ongemak en de existentiële bevreemding op’

Erik Menkveld,
**** de Volkskrant

 

Aan haar dichterschap hoeft Jannah Loontjens niet te twijfelen.

Janita Monna, Trouw

krant-knipsel Dat ben jij toch

Vier sterren in de Volkskrant.

 Lees hier de hele bespreking de bespreking van Erik Menkveld in de Volkskrant.

 

Sterke bespreking in Trouw:

‘Loontjens stelt vragen die nauwelijks als zodanig herkenbaar zijn. Ze registreert, tast af en noteert, onderkoeld, om de vervreemding en paniek die onder het oppervlakte schuilen in toom te houden.’

Loontjens schept scherpe beelden – ‘mijn ogen nerveuze speurhonden’ – en toch klinkt haar poëzie bedrieglijk eenvoudig en lijken de regels licht over de pagina’s te stappen. Daardoor dringt de betekenis soms pas na een paar keer lezen echt goed door.

Aan haar dichterschap hoeft Jannah Loontjens niet te twijfelen.’

Janita Monna, Trouw

Varianten van nu

Varianten van nu

In de gedichten van Jannah Loontjens zijn koelboxen, luxaflex en Zwitsal-shampoo te vinden, maar deze objecten hebben hun alledaagsheid verloren en zijn onderdeel geworden van een eigen poëtische wereld. Jannah Loontjens plaatst de dingen in een onverwacht, soms onwennig perspectief, waarin zij de mogelijkheden en de beperkingen van taal aan de orde stelt. Vrijwel elk gedicht wordt door een voelbaar verlangen gedreven. Vaak richt dit verlangen zich op het meest klassieke poëtische onderwerp: de liefde. Dit herkenbare verlangen wordt op zo’n wijze verwoord, dat het steeds opnieuw een vervreemdende sfeer oproept.

Boekpresentatie ‘Mijn leven is mooier dan literatuur’

Boekpresentatie van
Mijn leven is mooier dan literatuur in
Het Zoekend Hert in Antwerpen

Hoe te schrijven, hoe te lezen, hoe uzelf te ontdekken… en dan liefst met enig niveau.

‘De wens om een volmaakte eerste zin te schrijven, of eigenlijk een geheel volmaakt boek, een werk dat de kern van het leven op scherpe en toch suggestieve wijze weet te raken en daarmee een schittering van het allesomvattende toont, lijkt misschien wat veel van het goede, maar dat megalomane verlangen is, vrees ik, een onvermijdelijk deel van het scheppingsproces.’

 

En in Amsterdam een boekpresentatie bij SLAA met de geweldige line-up: Maarten Doorman, Ivo Victoria, Marja Pruis, Hannah van Wieringen en Coen Simon, die ieder in reactie op Jannah’s boek zullen spreken over schrijverschap, beginnen, eindigen, liefde, angsten en leven.

Recensie in Vrij Nederland

krant-knipsel

krant-knipselRob Schouten schrijft over de dichtbundel in Vrij Nederland

‘Onopgesmukte poëzie van een koele, haast on-Nederlandse verkwikking, over kijken, denken en communiceren, de zaken waar het bij de mens allemaal om draait.’
Vrij Nederland

 

Mooie analytische bespreking op 8weekly

‘In Dat ben jij toch onderzoekt ze de spanning tussen jou, mij en de (digitale) omgeving en speelt daarmee.

De titel verwijst op meerdere manieren naar de belangrijkste thema’s van de bundel, afhankelijk van welk woord je benadrukt. Identiteit en eenheid zijn de kernwoorden. Wanneer je dat benadrukt kun je je afvragen: wie of wat ben jij? Wanneer je jij of toch benadrukt gaat het om de verwarring die ontstaat tijdens het definiëren van een persoon in de groep en zijn leefwereld. Want zijn die groepsleden wel allemaal zo verschillend? Wie zijn wij in relatie tot onze omgeving en in hoeverre beïnvloeden we elkaar?’ Lees verder op 8weekly.

krant-knipsel Recensie in Vrij Nederland

‘Zeven jaar lang liet Jannah Loontjens na het intrigerende Het ongelooflijke krimpen niks meer van zich horen als dichteres en leek ze vooral romanschrijfster geworden. Maar nu is ze er weer met haar heldere en tegelijk geheimzinnige poëzie. In op het oog huiselijke en alledaagse tafereeltjes gaan bij haar steeds bijzondere gewaarwordingen schuil, niet uitgesproken maar gesuggereerd. Het begint al met de voor meer lezingen vatbare titel Dat ben jij toch en manifesteert zich eigenlijk in elk gedicht. Bijvoorbeeld ‘Ik sta erbij’, over het moederschap door de moeder zelf bekeken vanuit het kind: ‘Moeders zijn de anderen. / Bij het eten zit ik aan de lage tafel / achter het ijsje met het parasolletje.’ Beheerst verbaasde, soms ietwat gedepersonaliseerde emoties, maar van een onverwisselbare eigenheid: ‘Onze hersens zweven als tekstballonnen schuin achter onze schedels.’ Onopgesmukte poëzie van een koele, haast on-Nederlandse verkwikking, over kijken, denken en communiceren, de zaken waar het bij de mens allemaal om draait.’

Rob Schouten, Vrij Nederland